Menu

Op 1 januari 2018 treedt een nieuwe wet in werking waardoor u als ondernemer een pand zal kunnen nemen op roerende goederen zonder dat u de verpande goederen nog in bezit moet nemen.

De op vandaag bestaande vereiste van buitenbezitstelling wordt vervangen door een registratie van het pand in een nieuw nationaal pandregister. Een zeer recent koninklijk besluit van 14 september 2017 legt nu vast hoe het gebruik van het pandregister precies in zijn werk zal gaan. De identificatie van de gebruikers, de registratie zelf, de veranderingen aan de registratie en de retributies komen aan bod.

Registratie pand

Het belang van deze nieuwe regelgeving valt moeilijk te overschatten. Voordien was de buitenbezitstelling een geldigheidsvoorwaarde voor wie niet de hele handelszaak in pand wilde geven. Voortaan zal de pandhouder zijn rechten kunnen veilig stellen door de eenvoudige registratie van zijn pandrecht.  De pandgever-schuldenaar van zijn kant zal de goederen kunnen behouden en dus ook blijven gebruiken om er inkomsten uit te verwerven.

Nagenoeg alle roerende goederen kunnen in pand worden gegeven (o.m. ook de handelszaak en aandelen). Dit tot zekerheid van om het even welke schuldvordering.  Wanneer de pandgever een consument is, moet wel nog een geschrift worden opgesteld voor de geldige totstandkoming van het pandrecht; tussen ondernemingen zal een mondelinge overeenkomst volstaan.

Meer wijzigingen

Andere ingrijpende wijzigingen als gevolg van de nieuwe wetgeving zijn onder meer:

  • de afschaffing van het onderscheid tussen het burgerlijk en handelspand
  • een vereenvoudigde tegeldemaking van de verpande goederen
  • de algemene wettelijke verankering van het eigendomsvoorbehoud en het retentierecht

Kostprijs registratie pand

De retributie of kostprijs voor de registratie van het pand was lange tijd een heikel punt bij de voorbereiding en uitwerking van de nieuwe wet.  Oorspronkelijk was er sprake van een retributie van 0,5% op het bedrag van de gewaarborgde schuldvordering. Deze piste werd verlaten omdat dit in bepaalde gevallen tot een onredelijk hoge kostprijs zou leiden. Volgens dit nieuwe KB van 14 september 2017 kan de retributie gaan van 20 euro tot 500 euro, afhankelijk van het bedrag waarvoor de schuldvorderingen gewaarborgd zijn.

Daarmee lijkt ook  de laatste hindernis voor de “nieuwe” pandwet dus eindelijk genomen.  Deze wet dateert immers al van juli 2013, maar de wetgever heeft de datum van inwerkingtreding verschillende keren uitgesteld. De oprichting van het nationaal pandregister leek praktisch-technisch moeilijker dan aanvankelijk gedacht. Een operationeel register is onmisbaar opdat de pandhouder zijn rechten kan afdwingen ten aanzien van de andere schuldeisers van zijn schuldenaar.

Contacteer ons indien u vragen of bedenkingen zou hebben bij deze nakende hervorming van het pandrecht.