Menu

Tot 1 maart 2016 kon men in strafzaken hoger beroep aantekenen door een gewone verklaring af te leggen op de griffie van de rechtbank die het vonnis had gewezen en dit uiterlijk 15 dagen na de dag van de uitspraak. In geval van verstek kon de beklaagde hoger beroep instellen tot uiterlijk 15 dagen na de dag van betekening van het vonnis door een gerechtsdeurwaarder (oud artikel 203 wetboek van strafvordering).

Vanaf 1 maart 2016 (door de invoering van de zogenaamde POTPOURRI II-wet) heeft een beklaagde 30 dagen de tijd om na de uitspraak hoger beroep in te stellen.

Het Openbaar Ministerie beschikt bovendien over een bijkomende termijn van tien dagen om hoger beroep in stellen, nadat de beklaagde hoger beroep heeft ingesteld. Dit zal tot gevolg hebben dat het Openbaar Ministerie altijd als laatste hoger beroep kan aantekenen.

Bovendien zal het hoger beroep op straffe van verval de redenen (“grieven” genaamd) moeten vermelden waarom men hoger beroep wenst aan te tekenen in een verzoekschrift dat binnen dezelfde beroepstermijn van 30 dagen dient te worden neergelegd ter griffie. Dit betekent concreet dat een gewone verklaring ter griffie niet meer zal volstaan om hoger beroep in te stellen tegen een strafrechtelijke uitspraak.

Wij kunnen helpen

Verkeers-en aansprakelijkheidsrecht