Menu

Bepaalde gebeurtenissen hebben een enorme impact op een kind. Bijvoorbeeld een echtscheiding van de ouders of wanneer een kind wordt opgevangen in een pleeggezin. Om het leed tijdens deze moeilijke periode te verzachten is het belangrijk dat kinderen persoonlijk contact (kunnen) blijven onderhouden met hun broers en zussen.

Ook al wordt een kind dus uit haar/zijn gezin gehaald omwille van een bijzondere situatie, contact met haar/zijn broers en zussen is én blijft belangrijk. Om te vermijden dat bepaalde situaties de relatie tussen het kind en de broers en zussen doet afbrokkelen, schrijft de wet sinds 19 juni 2021 een recht in voor minderjarigen om persoonlijk contact te blijven onderhouden met hun broers en zussen.

Wanneer ouders dus beslissen om uit elkaar te gaan en een echtscheidingsprocedure op te starten, kunnen zij niet zonder meer hun kinderen weg van elkaar huisvesten. Minderjarige broers en zussen hebben steeds het recht om bij elkaar te blijven en samen op te groeien. De rechtbank kan in het geval van een echtscheidingsprocedure ook meer duidelijkheid geven over hoe broers en zussen de band met elkaar kunnen onderhouden en beoordeelt het recht op persoonlijk contact voor broers en zussen dus steeds in het belang van het kind.

Belangrijk om te weten: niet alleen kinderen met dezelfde ouders zijn in het kader van deze wet broers en zussen. De wet omschrijft het begrip “broers en zussen” zeer ruim. Zo vallen ook halfbroers en halfzussen onder de wet en kunnen zelfs stiefbroers en stiefzussen onder de wet vallen en dus het recht krijgen om persoonlijk contact te onderhouden, wanneer zij een “bijzondere affectieve band” met elkaar hebben ontwikkeld. Indien ouders van een nieuw samengesteld gezin aldus beslissen om uit elkaar te gaan, laat de wet het toe aan de stiefbroers- en zussen uit dit gezin om gedurende hun minderjarigheid contact met elkaar te blijven onderhouden.

De wetgever ontwikkelde slechts enkele uitzonderingen op de regel dat minderjarige broers en zussen de kans moeten krijgen om samen op te groeien. In bepaalde gevallen is het immers onmogelijk om kinderen effectief samen te huisvesten. In dergelijke situaties kan er slechts van het recht op persoonlijk contact voor broers en zussen worden afgeweken indien de uitzondering in het belang van het kind en het samen huisvesten van kinderen écht onmogelijk is.

In de nabije toekomst wordt het praktisch draagvlak van de regeling ongetwijfeld meer verduidelijkt in de rechtspraak.

De gouden regel blijft: minderjarige broers en zussen moeten samen (kunnen) opgroeien, ook wanneer het moeilijk gaat in hun leven of gezin.