Menu

Vanaf  september 2023: nieuw beleid voor korte gevangenisstraffen

Als het over de strafuitvoering in België gaat, zijn er heel wat vragen en onduidelijkheden. Wanneer een rechter iemand veroordeelt tot een effectieve gevangenisstraf, moet die persoon immers niet altijd écht naar de cel.

Al jaren werden korte straffen gevangenisstraffen (korter dan drie jaar) niet uitgevoerd met als bedoeling de overbevolking in de Belgische gevangenissen tegen te gaan.

Concreet werd iemand die veroordeeld werd tot een gevangenisstraf van minder dan drie jaar, geen dag opgesloten in de gevangenis

Het was de gevangenisdirecteur die hiertoe de beslissingsbevoegdheid had, zonder de tussenkomst van een (strafuitvoerings)rechter.

Hoewel deze maatregel tot doel had het bevolkingsaantal binnen de gevangenissen te reduceren, bleef het aantal gedetineerden alleen maar stijgen. Bovendien heerste door deze aanpak een groot gevoel van straffeloosheid.

De wetgever greep dan ook in: voortaan zouden ook vrijheidsstraffen van korte duur effectief moeten worden uitgevoerd.

Op 1 september 2022 trad de nieuwe Wet op de Externe Rechtspositie (WERP) in werking. Sindsdien worden effectieve gevangenisstraffen tussen de twee en drie jaar ook effectief uitgevoerd.

Vanaf 1 september 2023 zullen ook de gevangenisstraffen korter dan twee jaar volgen.

Opgelet: de nieuwe regels zijn enkel op u van toepassing indien uw gevangenisstraffen allemaal zijn uitgesproken na de inwerkingtreding van de wet

De kanttekening bij deze wet is dat het capaciteitsprobleem in de gevangenissen op heden geenszins werd opgelost terwijl deze wet alleen maar zorgt voor een stijging van het aantal gedetineerden…

Door de opening van een nieuwe gevangenis in Haren en Dendermonde kan dit capaciteitsprobleem evenwel worden opgevangen. Daarnaast zal er voor kortgestraften gebruik worden gemaakt van detentiehuizen. Dit zijn kleinschalige inrichtingen waarin bewoners leven in kleine groepen (20 tot 60 personen) en zodoende onder begeleiding actief werken aan hun re-integratie en zelfstandigheid. In zo’n detentiehuis gelden dezelfde regels als in het gevangenis, maar de bewoners mogen zich in het huis vrij verplaatsen.

Hieronder geven we een overzicht van de soorten gevangenisstraffen in België en hoe ze ingevuld worden.

Klik hier voor bijkomende info ‘Mijn straf – Openbaar Ministerie

 

Wat is een effectieve gevangenisstraf?

Bij een ‘effectieve’ gevangenisstraf moet de veroordeelde in principe zijn straftijd uitzitten in de gevangenis. De rechter kan ook een ‘voorwaardelijke’ gevangenisstraf uitspreken. Dat houdt in dat er wel een gevangenisstraf wordt uitgesproken, maar dat deze niet wordt uitgevoerd op voorwaarde dat men geen nieuwe feiten pleegt (gevangenisstraf met gewoon uitstel) of dat men de door de rechter opgelegde voorwaarden naleeft (gevangenisstraf met probatie-uitstel).

Dat is de theorie. In de praktijk belandt niet iedereen met een effectieve veroordeling ook daadwerkelijk in de cel.

Verwarrend en enigszins tegenstrijdig, inderdaad…

Dat brengt ons bij de volgende vraag.

 

Hoeveel gevangenisstraf moet je nu uitzitten in België?

Een gevangenisstraf van meer dan drie jaar

Bij een lange gevangenisstraf (meer dan 3 jaar) moet de veroordeelde – ook voor de wetswijziging- altijd een minimumperiode in de cel doorbrengen. Dat is minimaal 1/3  ofwel 2/3 (voor recidivisten) van de straftijd.

Al een half jaar (6 maanden) voordien, komt men in aanmerking voor een beperkte detentie of een elektronisch toezicht. Na de minimumperiode kan men een aanvraag indienen bij de strafuitvoeringsrechtbank voor vervroegde vrijlating of een enkelband.

De strafuitvoeringsrechtbank oordeelt over de concrete wijze van uitvoering van straffen in België. Deze rechtbank kan de manier waarop iemand een uitgesproken straf moet uitzitten bepalen, en na verloop van tijd, ook wijzigen. De bekendste voorbeelden hiervan zijn: een deel van de straf laten uitzitten onder ‘huisarrest’ (elektronisch toezicht of enkelband) of ‘vervroegde vrijlating onder naleving van strikte voorwaarden’.

De rechtbank wijzigt uiteraard niet zomaar een straf en zeker niet voor iedere veroordeelde die hiervoor een verzoek indient. Voor elke aanvraag wordt rekening gehouden met wettelijk vastgelegde criteria. Niet elke veroordeelde komt dus zomaar vrij omdat ze 1/3 (respectievelijk 2/3) van de straf hebben uitgezeten.

Waar houdt de strafuitvoeringsrechtbank rekening mee voor vervroegde vrijlating?

Niet elke veroordeelde komt zomaar vrij omdat ze 1/3 (respectievelijk 2/3) van de straf hebben uitgezeten. De strafuitvoeringsrechtbank wijzigt niet zomaar een straf en zeker niet voor iedere veroordeelde die hiervoor een verzoek indient. Bij elke aanvraag wordt rekening gehouden met wettelijk vastgelegde criteria om na te gaan of er geen tegenaanwijzingen zijn wat de veroordeelde betreft.

Die criteria zijn:

  • afwezigheid van vooruitzichten op sociale reclassering,
  • het risico op het plegen van nieuwe strafbare feiten,
  • het risico op het lastigvallen van de slachtoffers en zijn houding naar hen toe en
  • de door de veroordeelde geleverde inspanningen tot vergoeding van de slachtoffers.

Een gevangenisstraf tot drie jaar

Vroeger brachten veroordeelden met een korte gevangenisstraf (tot 3 jaar) geen dag door in de cel. Een gevangenisstraf van drie jaar of minder kon immers automatisch worden omgezet in een  “gevangenisstraf onder elektronisch toezicht”.

Onder de zes maanden bleef je meestal helemaal onbestraft.

Sinds 1 september 2022 is dit anders: ook straffen tussen twee en drie jaar worden sindsien effectief uitgevoerd.

Vanaf 1 september 2023  volgen nu ook de straffen korter dan 2 jaar.

Daar waar vroeger de gevangenisdirectie zelf een beslissing nam omtrent de uitvoering van gevangenisstraffen, is sinds 1 september 2022 een alleenzetelende strafuitvoeringsrechter (SUR) hiervoor bevoegd.

Wie veroordeeld is tot een gevangenisstraf tot en met twee jaar kan vragen om die straf geheel of gedeeltelijk buiten de gevangenis uit te zitten, via zogenaamde strafuitvoeringsmodaliteiten.

Concreet gaat het over: beperkte detentie, elektronisch toezicht, voorwaardelijke invrijheidsstelling en voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of overlevering.

De veroordeelde vraagt de strafuitvoeringsmodaliteit zelf aan en het is de strafuitvoeringsrechter die erover beslist.

Voor celstraffen van maximaal drie jaar, gelden volgende termijnen:

  • beperkte detentie of elektronisch toezicht: aanvraag mogelijk vanaf zes maanden voor 1/3 van de straf is uitgezeten,
  • voorwaardelijke en voorlopige invrijheidstelling: aanvraag mogelijk vanaf het moment dat een derde van de straf is uitgezeten.

Concreet: Iemand die tot 28 maanden is veroordeeld komt na 9 maanden en 10 dagen in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidstelling (1/3 van de straf).

Elektronisch toezicht is in dat geval mogelijk na 3 maanden en 10 dagen (1/3 van de straf verminderd met 6 maanden).

Die eerste tijd zal dus in hechtenis worden doorgebracht. Alleen daarna kan elektronisch toezicht worden toegekend door de strafuitvoeringsrechter.

BELANGRIJK: indien men tot minder dan 18 maanden is veroordeeld, kan men aldus onmiddellijk in aanmerking komen voor een enkelband.

De strafuitvoeringsrechter houdt -net als de SURB- bij zijn beslissing ook rekening met een aantal criteria zoals: de persoonlijkheid van de dader, de kansen op maatschappelijke re-integratie, of er sprake is van vluchtgevaar en het gedrag dat de veroordeelde stelt ten opzichte van het slachtoffer.

Met de verschillende wetswijzigingen, rijst de vraag wie onder welke wetgeving valt. Hierbij zijn drie mogelijke scenario’s denkbaar.

  1. Een veroordeling tot een gevangenisstraf van drie jaar of minder die voor 1 september 2022 heeft plaatsgevonden. Vanzelfsprekend valt dit onder de oude wetgeving waardoor de gevangenis zélf beslist over de strafuitvoering: de periode zal meestal onder elektronisch toezicht worden uitgezeten.

Voor de situatie na 1 september 2022 is het van belang om een onderscheid te maken tussen definitieve veroordelingen van meer en minder dan twee jaar.

  1. Een veroordeling tot een gevangenisstraf van minder dan twee jaar na 1 september 2022 en voor 1 september 2023. In dit scenario blijft de oude wetgeving van toepassing. Dit heeft dus als gevolg dat de veroordeelde deze straf waarschijnlijk onder elektronisch toezicht zal uitzitten.

 

  1. Een veroordeling tot een gevangenisstraf van twee tot drie jaar na 1 september 2022 en voor 1 september 2023. In dit geval is de nieuwe wetgeving van toepassing

 

Dit heeft als gevolg dat de gevangenisstraf niet meer automatisch wordt omgezet in vrijlating of elektronisch toezicht. Rekening houdend met een aantal criteria, zoals: de persoonlijkheid van de dader, de kansen op maatschappelijke re-integratie, of er sprake is van vluchtgevaar en het gedrag dat de veroordeelde stelt ten opzichte van het slachtoffer, kan de rechter de veroordeelde effectief naar de gevangenis sturen.

 

Voor alle veroordelingen na 1 september 2023 is uiteraard de nieuwe wetgeving van toepassing.

Indien u bent veroordeeld tot meerdere gevangenisstraffen en dit op verschillende tijdstippen worden de zaken complexer.

Klik hier voor bijkomende info ‘Mijn straf – Openbaar Ministerie